Project

Lisanne van Houtum: erfelijkheid van mentale ziekten

Als een van de ouders een psychische aandoening of een verslaving heeft, is de kans aanzienlijk dat hun kinderen ook mentale problemen ontwikkelen. In Nederland groeien maar liefst 900 duizend kinderen en adolescenten op met dit familiaire risico. Hoe gaan mensen met een mentale ziekte én een kinderwens hiermee om? En wat kan de gezondheidszorg doen om hen te helpen?

“Het overdragen van een psychiatrische ziekte van ouder op kind is een niet te onderschatten fenomeen”, zegt Lisanne van Houtum, postdoctoral researcher bij het Erasmus MC. “Als een van je ouders lijdt aan bijvoorbeeld een bipolaire of depressieve stoornis, heb je als kind zestig tot zeventig procent kans dat je op enig moment in je leven ook een mentale ziekte krijgt. Dat is ongeveer twee keer zoveel als kinderen van mentaal gezonde ouders. De oorzaak is deels erfelijk, maar we denken dat opvoeding en de omgeving waarin het kind opgroeit een minstens zo grote rol spelen.”

Interviews met patiënten

“Er is al veel wetenschappelijke literatuur over erfelijkheid, meestal gebaseerd op klinisch onderzoek”, vervolgt Van Houtum. “In het onderzoek
Running in the family? Risk for and resilience against mental illness in (future) children, dat wordt ondersteund door het Erasmus Trustfonds, gaan we in gesprek met de mensen zélf. We vragen tien mensen die aan een zogeheten SMI [Severe Mental Illness] lijden welke risico’s zij zien voor hun kinderen of toekomstige kinderen. We richten ons op mensen met bipolariteit, schizofrenie of een ernstige depressie met ziekenhuisopname, zowel mannen als vrouwen. Ook de vader kan immers genetisch een ziekte doorgeven en hij speelt een belangrijke rol in de opvoeding. We hopen ook mensen te spreken die al zwanger zijn of een jong kind hebben.”

Het is bekend dat mensen met een psychiatrische aandoening en een kinderwens erg bezorgd kunnen zijn. Vaak zijn ze bang om een slechte vader of moeder te worden. Van Houtum: “We stellen vragen als: hoe zou een ouder de kans kunnen verkleinen dat zijn of haar kind een mentale ziekte krijgt? Denk je dat dit puur erfelijk is bepaald, of dat je met de opvoeding een kind kunt beschermen? En zie je jezelf, je partner en je kind als veerkrachtig? Ook willen we weten of zij open staan voor biologisch onderzoek, bijvoorbeeld naar de hersenontwikkeling van hun kind. Zo hopen we een goed beeld te krijgen van de zorg en adviezen die zij fijn zouden vinden. Dit kan bijvoorbeeld het volgen van de ontwikkeling van hun jonge kind zijn, of een halfjaarlijks gesprek. Dat we patiënten zelf laten meedenken over mogelijke ondersteuning is, gek genoeg, vrij uniek.”

Lacune in de zorg

Waar nature (erfelijkheid) moeilijk te beïnvloeden is, is nurture (opvoeding) dit allicht veel meer. Lisanne van Houtum: “We gaan het onderzoek heel open in en hopen op waardevolle nieuwe inzichten. Die zullen we met vakgenoten delen via een infographic, een wetenschappelijk paper en een presentatie op een congres. Het uiteindelijke doel is uiteraard de families met een kinderwens of met jonge kinderen zo goed mogelijk te helpen. Het is toch een lacune in de zorg. In het Erasmus MC hebben we in samenwerking met Verloskunde het expertisecentrum KOPP opgericht, voluit Centrum voor Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen. Helaas merken we dat niet routinematig naar psychiatrische aandoeningen bij aanstaande ouders wordt gevraagd. Ik hoop dat ik kan bijdragen aan meer aandacht en steun voor deze kwetsbare gezinnen en het verminderen van het stigma op mentale problematiek.”